Noten- en zadenhandelaar Acomo vond afgelopen jaar weer een beetje de weg omhoog. Al leunde het zwaar op de ‘oude’ activiteiten die voor het leeuwendeel van de winst zorgden. Het in 2020 overgenomen handelshuis Tradin Organic verbeterde weliswaar het resultaat, maar is nog ver verwijderd van een gezond winstniveau.
Tijdens de onlangs gehouden aandeelhoudersvergadering (ava) van Acomo in het Rotterdamse World Trade Centre zei bestuursvoorzitter Allard Goldschmeding dat deze relatief nieuwe loot aan de stam van Acomo meer schaalgrootte nodig heeft om te floreren.
Dat heeft volgens oudgediende Goldschmeding, die lange tijd financieel directeur was maar na het abrupte vertrek van de vorige ceo nu ruim een jaar de hoogste baas is, alles te maken met de voor Acomo-begrippen wezenlijk andere tak van sport waarin het dochterbedrijf actief is.
Tradin Organic handelt namelijk in biologische ingrediënten en neemt in tegenstelling tot de overige handelsactiviteiten van Acomo een andere plek in de waardeketen in. Zo is het onderdeel betrokken bij de training van lokale boeren, kwaliteitscontroles en de distributie. Omdat daar relatief veel kapitaal voor nodig is, zullen rendementen pas significant kunnen toenemen zodra Tradin Organic meer kritische massa weet te bereiken.
En hoewel de vraag naar biologische producten wat minder snel stijgt dan Acomo aanvankelijk dacht, verwacht het bedrijf dat de vraag uiteindelijk voldoende zal gaan opveren. De hoge inflatie en daarmee gepaarde prijzen, zorgen slechts voor een tijdelijke verandering in koopgedrag, aldus Acomo.
Het hoge kapitaalbeslag dat Tradin ‘opeist’ is goed terug te zien op de bedrijfsbalans van Acomo. Tradin Organic is in het jaarverslag opgenomen als ‘Organic Ingredients’ en nam met 287 miljoen euro maar liefst 45 procent van het geïnvesteerde vermogen voor z’n rekening, terwijl het voor slechts 20 procent bijdroeg aan het bedrijfsresultaat van Acomo in zijn geheel (zie grafiek). Daarmee komt het rendement uit op ongeveer 8 procent en dat is lager dan de kosten van het kapitaal die rond de 10 procent liggen.
‘Organic Ingredients’ legt groot beslag op kapitaal, maar rendeert nog onvoldoende
Bron: Acomo jaarrapportage. Bewerking VEB.
Op de dag van de ava (25 april) publiceerde Acomo ook een tussentijds handelsbericht over de gang van zaken in het eerste kwartaal. Hoewel het bedrijf daarin traditioneel geen winstcijfers in opneemt, bleek wel dat de omzet van Tradin met 38 procent was toegenomen ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2024. Dat kan een eerste voorzichtig teken zijn dat het tij lijkt te keren en de vraag naar biologisch voedsel in de lift zit.
Notenhandel blijft de winstmotor
De handelstak in specerijen en noten - waar Acomo groot mee is geworden - is al jaren de stabiele winstmotor van de groep en zorgde ook in 2024 weer voor de grootste bijdrage aan het bedrijfsresultaat.
Rendementen Acomo-onderdelen lopen sterk uiteen
Bron: Acomo jaarrapportage. Bewerking VEB.
Meer dan de helft van het bedrijfsresultaat kwam uit deze divisie. Door sterke relaties met klanten te onderhouden, gecombineerd met diepgaande marktkennis is dit onderdeel in staat om structureel hoge rendementen te realiseren. Natuurlijk brengt de handelsoorlog nieuwe uitdagingen met zich mee, maar Acomo wekte tijdens de ava allerminst de indruk dit als een gamechanger te ervaren. Het snel aanpassen op snel veranderende omstandigheden zit volgens Goldschmeding in het DNA van het bedrijf.
Extra
Tijdens de bijeenkomst met beleggers kwam ook de nieuwe productiefaciliteit van het onderdeel ‘Food Solutions’ in Oosteinde uitgebreid ter sprake. Acomo wijkt met deze uitbreiding steeds meer af van het oude ‘asset light’ model. Vaak gaan investeringen in vaste productiemiddelen als machines en locaties gepaard met lagere rendementen, maar het merk Snick lijkt hier de uitzondering (zie grafiek). Het onderdeel is met slechts 14 miljoen euro aan geïnvesteerd kapitaal verreweg het kleinste onderdeel uit de groep, maar draagt met een rendement van 42 procent zes miljoen euro bij aan het resultaat.
In tegenstelling tot de (meeste) andere bedrijfsonderdelen van Acomo is dit geen handelsonderneming, maar worden hier eindproducten geproduceerd. De nieuwe fabriek betekent een verdubbeling van de productiecapaciteit en als de rendementen uit het verleden kunnen worden doorgetrokken, dan kan dit onderdeel een aardige extra winst opleveren. Goldschmeding gaf wel aan dat het opschroeven van de productie tijd nodig heeft, omdat relaties met (nieuwe) klanten moeten worden opgebouwd.
Geen aandeleninkoop
De VEB legde het bestuur de vraag voor of Acomo overwogen heeft om eigen aandelen in te kopen. Hoewel de koers de laatste weken flink is opgelopen, handelt het aandeel tegen ongeveer 11 maal de gerapporteerde (aangepaste) winst en dat is – in historisch perspectief – laag te noemen. Het was niet Goldschmeding die zich stortte op het antwoord, maar president-commissaris Bernard Stuivinga. Hij zei aandeleninkoop nu niet aan de orde is. In plaats daarvan zet Acomo vol in op de onlangs gepresenteerde strategie. Doelstellingen zijn een omzet van twee miljard euro in 2030 en een bruto bedrijfsresultaat (ebitda-marge) van 9 procent. De helft van deze groei moet organisch gerealiseerd worden en de andere helft door overnames.
Hoewel aandeleninkoop (nog) niet aan de orde is, blijft Acomo zijn status als dividendaandeel waarmaken. Per aandeel wordt 1,25 euro aan dividend uitgekeerd, een uitkeringspercentage van 82 procent van de nettowinst. Met een dividendrendement van 5,7 procent gevoed door stabiele resultaten van de notenhandel en als de plannen tot wasdom komen, wat ruimte voor winstverbetering in de biologische handelstak, lijkt het aandeel niet overdreven duur.